Examples of using Ze observeren in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ze observeren.
Je moest ze observeren.
Ze observeren.
Ja, maar Brian, ze observeren je.
Ze observeren 'r.
Combinations with other parts of speech
Usage with nouns
De wereld onthullen die ze observeren of allebei.
Ze observeren me.
Misschien wil hij ze observeren… in hun eigen omgeving.
Ze observeren u.
Diverse soorten wratten prikkelen verschillende reacties van mensen die ze observeren.
Ze observeren ons.
Verschillende soorten wratten prikkelen verschillende acties van personen die ze observeren.
Ze observeren ons.
Blijf ze observeren. Wacht.
Ze observeren ons.
Blijf ze observeren. Wacht.
Ze observeren de actie.
Kom ze observeren en leer over hun leven.
Ze observeren je. Wat?
Je moet ze observeren en eerst gevechtstraining doen.
Ze observeren je huis.
Jij wilde ze observeren. Ik dacht dat ze iets zouden gaan doen!
Ze observeren het huis.
Ik moet ze observeren zonder dat ze dat weten.
Ze observeren ons altijd.
Ik moet ze observeren zonder dat ze dat weten.
Ze observeren ons hier ook.
Ze observeren. Ze jagen.
Ze observeren, plannen en slaan toe.
Ze observeren het appartement, weet je.