What is the translation of " DIDN'T WANT TO INTERRUPT " in Dutch?

• wilde niet storen
• wilde niet onderbreken

Examples of using Didn't want to interrupt in English and their translations into Dutch

I didn't want to interrupt.
Ik wou niet storen.

Please excuse me, I didn't want to interrupt lunch.
Ik wilde jullie echt niet storen.

I didn't want to interrupt.
Ik wilde niet storen.

Just now.- You were busy, I didn't want to interrupt.
Nu net.- Je had het druk, ik wilde niet storen.

We didn't want to interrupt.
We wilden niet storen.

I'm sorry. I didn't want to interrupt.
Sorry, ik wilde je niet storen.

Didn't want to interrupt. Oh.
Ik wilde niet storen.

Here you go. I didn't want to interrupt.
Alstublieft, ik wilde u niet onderbreken.

Didn't want to interrupt.
Ik wilde jullie niet onderbreken.

But I didn't want to interrupt.
Maar ik wou u niet onderbreken.

Didn't want to interrupt. Sorry.
Sorry, ik wilde niet storen.

Sorry, I didn't want to interrupt.
Sorry, ik wou je niet storen.

Didn't want to interrupt. Sorry.
Ik wilde jullie niet storen. Sorry.

Oh, sorry. Didn't want to interrupt.
Sorry, ik wilde niet storen.

I didn't want to interrupt the meeting.
Ik wou u niet storen.

Oh, I didn't want to interrupt.
Oh, Ik wilde niet storen.

I didn't want to interrupt. Oh, sorry.
Ik wilde niet storen. Sorry.

Sorry, I didn't want to interrupt.
Sorry, ik wilde niet onderbreken.

Didn't want to interrupt.
Ik wou z'n toespraak niet onderbreken.

I knew, but I didn't want to interrupt.-It's to the right.
Weet ik. Ik wilde niet storen.

I didn't want to interrupt, but the AIS report came back.
Ik wil niet storen, maar het AIS rapport is terug.

I-I didn't want to interrupt.
Ik wilde je niet storen.

I didn't want to interrupt, but I heard the whole thing.
Ik wilde niet storen, maar ik hoorde het allemaal.

I-I didn't want to interrupt.
Sorry, ik wilde niet storen.

I didn't want to interrupt, and I know I'm a few days late, but.
Ik wilde niet onderbreken en ik weet dat ik een paar dagen te laat ben, maar.

I didn't want to interrupt.
Ik wou niet onderbreken.

I didn't want to interrupt.
Ik wilde niet onderbreken.

I didn't want to interrupt.
Ik wilde jullie niet storen.

I didn't want to interrupt.
Sorry, ik wilde je niet storen.

I didn't want to interrupt. I'm… I'm sorry.
Ik wilde niet storen. Het spijt me.