Wat Betekent SHE DOESN'T THINK in het Nederlands - Nederlands Vertaling

• ze denkt niet
• ze vindt niet
• ze gelooft niet

Voorbeelden van het gebruik van She doesn't think in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

She doesn't think that.
Dat denkt ze niet.

Make a good last impression so she doesn't think you're completely sleazy.
Maak een goede laatste indruk zodat ze niet denkt dat je helemaal sleazy bent.

She doesn't think that way.
Zo denkt ze niet.

She doesn't want to succeed because she doesn't think she can.
Ze wil niet slagen, omdat ze niet denkt dat ze het kan.

Shame! She doesn't think.
Ze denkt niet. Jammer!

She doesn't think. Shame!
Ze denkt niet. Jammer!

What if she doesn't think he's dead?
Wat als ze niet denkt dat hij dood is?

She doesn't think you and I.
Ze denkt niet dat u en ik.

I'm hoping she doesn't think the cup is mine.
Ik hoop dat ze niet denkt dat het bekertje van mij is.

She doesn't think it can work.
Ze denkt niet dat het kan werken.

She say that she doesn't think that he will catching her.
Dat ze niet denkt dat hij haar zal opvangen.

She doesn't think I'm the one.
Ze denkt niet dat ik de ware ben.

Laugh so that she doesn't think I'm yelling at you.
Lach, zodat ze niet denkt dat ik tegen je aan het roepen ben.

She doesn't think Billy's gone.
Ze gelooft niet dat Billy dood is.

No. She doesn't think that.
Nee, ze denkt niet dat.

She doesn't think he can handle it.
Ze denkt niet dat hij het aankan.

Why? She doesn't think she's coming back?
Ze denkt niet dat ze terugkomt.-Waarom?

She doesn't think you're a freak.
Ze denkt niet dat je een freak bent.

Why? She doesn't think she's coming back?
Ze denkt niet dat ze nog terug komt. Waarom?

She doesn't think I'm a glommer.
Ze denkt niet dat ik een'glommer' ben.

Maybe she doesn't think I have a beautiful body.
Misschien vindt ze niet, dat ik een mooi lichaam heb.

She doesn't think I can do it!
Ze gelooft niet dat ik het kan!

She doesn't think you killed Lila.
Ze denkt niet dat jij Lila vermoordde.

She doesn't think he's a candidate.
Ze denkt niet dat hij een kandidaat is.

She doesn't think, she feels.
Ze denkt niet, ze voelt.

She doesn't think I'm an alien.
Ze dacht niet dat ik een buitenaards wezen was.

She doesn't think Theresa is her mother.
Ze denkt niet dat Theresa haar moeder is.

She doesn't think. She knows.
Dat denkt ze niet, dat weet ze..

She doesn't think that she's a victim.
Ze denkt niet dat ze slachtoffer is.

She doesn't think she can leave.
Ze denkt niet dat ze weg kan gaan.