Voorbeelden van het gebruik van Zij in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Zij kunnen je helpen.
En Olivia? Zij is jouw Olivia.
Zij die komen en gaan.
Welke rol speelt zij in het verhaal?
Is zij ook dik dan?
Jay zeiden dat zij in de hel waren.
Is zij je vriendin?
Mijn ouders. Waren zij patienten bij Hans?
En zij kost ons niets.
We weten ook dat zij niet 't enige slachtoffer was.
Zij is de vruchtbare vrouw!
Zelfs nadat zij hun vader en moeder hebben verloren?
Zij is de Parel van Labuan.
Ja. Zij en ik hebben.
Zij, onze oom en iedereen.
En zij kwamen voor Lydia.
Zij en oom Bill trouwden.
En zij zijn onze baby's. Oké?
Zij is de sleutel tot alles.
Nee, zij hebben mijn familie vermoord!
Zij zou onze dochter kunnen zijn.
Zij en ik leven voor de kunst.
Zij heeft mijn Shark Bites opgegeten!
Zij en ik drinken Kirschwater.
Zij is een cliënte
Zij en mijn moeder zijn zussen. Ja.
Zij en mijn moeder zijn zussen. Ja.
Ja. Zij en mijn moeder zijn zussen.
Ja. Zij en mijn moeder zijn zussen.
Zij zijn de dochters van Osman Bey.