Voorbeelden van het gebruik van M'n auto in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Niet m'n auto.
M'n auto, alstublieft.
Ga van m'n auto af.
M'n auto staat hier.
Het is m'n auto niet.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met bijvoeglijke naamwoorden
een nieuwe autoandere automooie autoeerste autoelektrische autodezelfde autooude autoblauwe autozwarte autorode auto
Meer
Gebruik met werkwoorden
auto gestolen
auto gevonden
haal de autoauto gezien
auto kopen
auto komt
auto rijden
auto halen
auto zat
auto wachten
Meer
M'n auto staat daar.
Zodra ik m'n auto heb.
M'n auto werd gestolen.
Dat ligt in m'n auto.
M'n auto wordt gestolen!
Die moet hier weg.-M'n auto.
Waar is m'n auto, verdomme?
M'n auto zit vol sneeuw.
Ik moet m'n auto parkeren.
Verdomme, ze stelen m'n auto.
Wat ziet m'n auto er mooi uit!
Jan is nog niet terug met m'n auto.
Ze hebben m'n auto gestolen.
M'n auto is niet opgeladen, mag ik die van jou.
Jullie hebben m'n auto gestolen.
In m'n auto ligt een pinguïn.
Iemand heeft m'n auto gestolen!
M'n auto ligt in de sloot, ik heb een sleepwagen nodig.
Waar heb ik m'n auto neergezet?
Zodat ik geen domme hoer met lijken in m'n auto word?
Ga van m'n auto af, kuthond!
Ik was bij de jongen, enhet geld lag achter in m'n auto.
Ik zet m'n auto op de oprit.
Ik kan de dieren niet oppikken omdat jij m'n auto gesaboteerd hebt.
Heb je m'n auto al gevonden?