Voorbeelden van het gebruik van Die computer in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Die computer haat me.
Wij gaan naar die computer.
Pak die computer, jongens!
Je moet naar die computer.
Die computer deed alles.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met bijvoeglijke naamwoorden
andere computernieuwe computerlokale computerdezelfde computerexterne computereen nieuwe computerde lokale computercentrale computerbesmette computeroude computer
Meer
Waar is die computer, David?
Nou, dan gaan we met die computer.
Ik moet die computer vinden.
Hij heeft foto's van mij op die computer.
Schakel die computer terug aan.
U hebt geen recht op toegang tot die computer.
Waar is die computer voor? Klopt!
Het plan voor de aanslag kan op die computer staan.
Heb je die computer al gevonden?
Er staat veel cruciale informatie op die computer.
We moeten die computer stopzetten.
Die computer is onze enige hoop. Misschien.
Toch wil ik die computer.
En die computer is geen stom speelgoed.
Kijk wat je op die computer kunt vinden.
Die computer is onze enige hoop. Misschien.
Is het oké als ik die computer gebruik?
Die computer was in je grootmoeders restaurant.
Dus je zit nog steeds op die computer datingsite?
En ik kan die computer vanuit hier niet bereiken.
En bovendien staat er veel cruciale informatie op die computer.
Ik gebruik die computer voor mijn werk.
Als die computer aanstaat, maak ik me echt zorgen.
We gaan die computer zoeken. Dank je.
Voor die computer nieuwe handen,