Wat Betekent APRENDERLO in het Nederlands - Nederlands Vertaling

• leren
• leer het

Voorbeelden van het gebruik van Aprenderlo in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

Tiene que aprenderlo.
Ze moet het leren.

Pero los jóvenes… todavía tienen que aprenderlo.
Maar de jongkies moeten dat nog leren.

Tuve que aprenderlo.
Ik moest dit leren.

Manténgase en sintonía para aprenderlo.
Blijf op de hoogte om het te leren.

Quiero aprenderlo todo.
Ik wil over alles leren.

Quizás debería aprenderlo.
Misschien moet hij het leren.

Puedes aprenderlo por ti mismo.
Dat kun je zelf leren.

Es como si uno tuviese que aprenderlo.
Gewoon, je moet het leren.

Lea esto y aprenderlo rápido.
Lees dit en leer het snel.

Toda la escuela tiene que aprenderlo.
De hele school moet het leren.

¿Podría aprenderlo en Grasse?
Kan ik dat in Grass leren?

Me llevó mucho tiempo aprenderlo.
Het duurde lang voordat ik dat leerde.

Y necesitan aprenderlo porque?
Dat moeten ze leren, want?

No le gustaban las guerras, pero tenía que aprenderlo.
Zij hield niet van oorlogen, maar zij moest het leren.

Tú debes aprenderlo.
Je moet het ook leren.

Querías aprenderlo todo sobre poesía y música.
Je wilde alles leren over poëzy, over muziek.

¡Esto tenemos que aprenderlo bien!
Dit moeten we goed leren!

Por cierto, hablo algo de español, por si quieres aprenderlo.
Ik spreek trouwens wat Spaans, als je dat wilt leren.

El cliente puede aprenderlo el vla OBD.*.
De klant kan het leren vla OBD.*.

Pero no nacemos con ello, hay que aprenderlo.
Maar het is niet iets waarmee je geboren bent, we moeten het leren.

¿Pero tengo que aprenderlo del Dr. Ano?
Maar moet ik het leren van dokter kontgat?

Aprenderlo de tu papá, en la tierra realmente es algo especial.
Om zoiets te leren van je vader op het land, is heel speciaal.

Y lo que suele costar años, tú debes aprenderlo en meses.
En wat jaren duurt, moet jij in maanden leren.

No puedes aprenderlo todo y saberlo todo.
Je kunt niet alles leren en alles weten.

Hay material de origen limitado y lleva años aprenderlo.
Er is weinig bronmateriaal en het duurt jaren om het te leren.

Me agrada aprenderlo, gracias, Su Majestad.
Ik geniet van het leren, dank u, Majesteit.

No todo el mundo ha tenido mil años para aprenderlo todo sobre todo.
Niet iedereen heeft duizend jaar om alles over alles te leren.

Esto sólo podemos aprenderlo de nuestros propios éxitos y fracasos.
Je kunt dit alleen leren van je eigen successen en mislukkingen.

Y es algo que debemos aprender, y necesitamos aprenderlo muy pronto.
En dat is iets dat we moeten leren en dat we snel moeten leren.

¿Cómo era nuestra impresión del hotel, aprenderlo en esta revisión.
Hoe was onze indruk van het hotel, leer het in deze review.

Hoe "aprenderlo" te gebruiken in een Spaans zin

"Enséñame mas de tí, quiero aprenderlo todo.

¡Estarás bien sin aprenderlo conmigo estando cerca!

Esto, les es fácil aprenderlo con descanso.

¿Estás listo para aprenderlo junto a nosotros?

Vas a aprenderlo todo sobre esta fruta.

Entonces hay que aprenderlo todo de nuevocompletamente.

Haz pruebas con él para aprenderlo mejor.

¿Cómo puede aprenderlo para potenciar su carrera?

No tienes que aprenderlo "por las malas".

Son esponjas con ganas de aprenderlo todo.

Hoe "leren, leer het" te gebruiken in een Nederlands zin

Kinderen leren hier spelenderwijs over veiligheid.

Ook wij leren dan bij i.p.v.

Besparing van mensen leren geloven dat.

Bewust afvallen betekent aandachtig leren eten.

Babyslofjes, Kinderslofjes, Leren Slofjes Panda Feet.

Leer het verschil tussen beiden kennen.

Tegelijk leren zij nieuwe Nederlandse woorden.

Vrienden via het internet leren kennen?

Leer het succesrecept van een vlog.

Gidsen leren ook nog iedere dag.