Examples of using Beginneling in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ze is een beginneling.
Een beginneling, een amateur.
Ze was een beginneling.
Beginneling, maar heel enthousiast.
Blijf hier beginneling.
People also translate
Wat een beginneling. We zijn er klaar voor.
Dit is geen beginneling.
Een beginneling die John André heet.
Drink dit maar op, beginneling.
Ik ben de beginneling van het team.
Je speelt als een beginneling.
Ben je een beginneling of een expert?
Ik ben hierin geen beginneling.
De beginneling scoort het winnende punt.
Heel goed voor 'n beginneling.
Deze beginneling heeft een schone lei nodig.
Niet slecht, voor een beginneling.
Voor de beginneling van razuchim motie….
Marta Walraven is een beginneling.
Je bent een beginneling en je werkt voor mij.
Zeker niet onaardig voor een beginneling.
Je bent een beginneling, of niet?
Hé, niet slecht voor een beginneling.
De beginneling van de bloesem kaliny.
Dat is hoog voor een beginneling.
Beginneling, ga terug naar je waardeloze dorp.
We zijn er klaar voor. Wat een beginneling.
Een beginneling voor de Philadelphia Phillies.
Dat is niet normaal voor een beginneling.
Die oude beginneling moet stinkend rijk zijn.