Examples of using Flashback in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Een flashback.
Het is net een flashback.
Flashback naar de priester.
Ik heb een flashback.
Flashback geluiden. Howard.
People also translate
Heeft hij een flashback?
Howard. Flashback geluiden.
Een ouderwetse flashback.
Is dit 'n flashback of 'n angstdroom?
Je hebt een flashback.
In m'n flashback waren geen kettingen.
Het was geen flashback.- Nee.
Deze flashback is een snurkfeest.
We hebben een flashback, mensen.
Maar hoe ga je dan om met een flashback?
Dat is de flashback niet.
Te veel voor onze school flashback.
Nog niet. Flashback, Mavis.
Sorry, ik had even een flashback.
Nog niet. Flashback, Mavis.
Goed, niet valsspelen in de flashback.
Vast 'n flashback uit je hippie-tijd, ma.
Ik heb… gewoon een flashback.
Je kan een flashback krijgen na het gebruik van LSD.
Ik dacht dat ik een flashback had.
Flashback! was een van de eerste Boomerangs, gebouwd door Vekoma.
Het spijt me, ik had even een flashback.
Ik krijg nog steeds een flashback, telkens als ik haar zie.
Bijvoorbeeld, de actie loopt van buiten naar binnen of er is een flashback.
HerBeleven Het Flashback Festival is veel meer dan alleen maar de market.