Examples of using Frisse start in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Een frisse start.
Ik weet niet, een frisse start.
Een frisse start, toch?
We maken een frisse start.
Een frisse start dan.
Combinations with other parts of speech
Usage with adjectives
nieuwe startgoede starteen goede startfrisse starteen frisse startslechte startsnelle startsuccesvolle startgeweldige startvroege start
More
Ik maak een frisse start.
Een frisse start is goed, nietwaar?
Een snelle, frisse start.
Een frisse start. Wellicht kunnen wij.
Nieuw jaar, frisse start.
Een frisse start is goed voor je.
We hebben een frisse start nodig.
Een frisse start, jij en ik? Tahiti, toch?
Geen idee, een frisse start.
Een frisse start, op een nieuwe plaats. Ze zal het natuurlijk niet toegeven, maar… misschien is
Op een frisse start.
Nieuwe dag, nieuwe Brett. Een frisse start.
Ik heb een frisse start nodig.
Hij ging naar school voor 'n frisse start.
Ik was heel erg frisse start en het omhelzen van nieuwe ervaringen.
Een nieuwe wereld. Een frisse start.
Voor minder files, een frisse start en een opgeruimd en fit gevoel.
Even serieus: Ik geloof in een frisse start.
We gaan een frisse start maken.
Is alles wat je nodig bent voor een frisse start.
Ze hebben 'n frisse start nodig.
Gesproken over een nieuw hoofdstuk, en een frisse start.
Soms is een frisse start nodig.
Het is een frisse tint voor een frisse start.
Ik dacht dat je een frisse start wilde.