Examples of using Slechte start in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Slechte start.
Dit is een slechte start.
Slechte start, Billy.
Dat was een slechte start.
Geen slechte start van de finale!
Combinations with other parts of speech
Usage with adjectives
nieuwe startgoede starteen goede startfrisse starteen frisse startslechte startsnelle startsuccesvolle startgeweldige startvroege start
More
Hij had een slechte start.
Een slechte start van de Oostenrijker.
Oké, geen slechte start.
Een slechte start voor de Oostenrijker.
Het gaat over mijn slechte start.
Een slechte start.
We begonnen met 'n slechte start.
Geen slechte start.
Nou, dat is niet een slechte start.
Oké, slechte start.
En dat lijkt mij een slechte start.
Geen slechte start, niet?
Ok, dat is geen slechte start.
Goede of slechte start voor TV via de mobiel?
Luister. Misschien hadden we een slechte start.
Het is geen slechte start, Mack.
Slechte start als je leven straks in haar handen ligt.
Dat was een slechte start, sorry.
Uit de gevangenis breken voelt als een slechte start.
Nou, geen slechte start, denk ik.
Je houdt dan dus de rest van je leven last van zo'n slechte start.
Geen slechte start, voor 'n stel groentjes.
Sharee had gewoon een slechte start op Carlton.
Geen slechte start, voor 'n stel groentjes.
Zeven seconden. Geen slechte start, Kerstman 1.