Examples of using Haring in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Gerookte haring.
En een haring om mee te nemen.
Daar is een haring.
Gerookte haring en shamshu?
Le rolmops haring.
Combinations with other parts of speech
Usage with adjectives
Usage with nouns
Haring klaar. Kleine stukjes.
Armstrong. Rode haring.
Gerookte haring en zalm.
Absoluut.-Gerookte haring.
Welkom bij Haring Houdini.
Producten getagd met haring.
Een haring met bont, zegt hij.
Vertel dat tegen Curtis Haring.
Gerookte haring en zalm. Vis.
Haring, Ella C.,
Rechter Haring belde. Wat?
Haring salade. Karbonades, boter, broodjes.
Rechter Haring belde.- Wat?
Maar we doen ook erg goede zaken met haring.
Alleen haring en kwabaal vandaag.
Het ziet eruit als een haring met bont.
Dr. Haring, heeft u een momentje?
Een paling zou nooit haring eten.- Ja.
Bonito, haring, gedroogde aardappels.
Een paling zou nooit haring eten.- Ja.
Snijd de haring in kleine stukjes.
De kok van mijn ouders doet het. Gerookte haring.
Ze serveren haring voor ontbijt.
Haring als ontbijt… en marmelade als lunch.
Ga nu gepekelde haring voor me halen.