Examples of using Rustdag in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Het was zijn rustdag.
Rustdag in het restaurant: Maandag, Dinsdag.
Morgen is een rustdag.
Rustdag in het restaurant: Vrijdag, Zaterdag.
Morgen is een rustdag.
People also translate
Een rustdag is een wekelijkse rustperiode.
Morgen is een rustdag.
Montescaglioso: een rustdag of een rondrit door de omgeving.
Nee. Morgen is een rustdag.
Het fenomeen rustdag dateert van net na de schepping.
Het wordt gevierd als een rustdag.
Dag 13: Rustdag(fietsen in het Jökulsádal; 30 km).
De dertiende september was een rustdag.
Rustdag waarop iedereen zich zal verplaatsen richting Frankrijk.
Deze plek is ideaal voor een rustdag.
Daar wacht ons een rustdag en heel veel bezienswaardigheden.
Brommeren en tegelijk een rustdag.
Deze rustdag is uiterst welkom
In het plaatsje Palas de Rei neem ik een rustdag.
Na een rustdag in Isafjordur begon ik aan een heuse fjorden estafette.
Morgen is een rustdag.
Mens en dier konden die éne rustdag in de tien dagen niet aan.
Initieel was dit onze welverdiende rustdag.
Hier las ik weer eens een rustdag in om een uitstapje naar Gibraltar te maken.
het is rustdag voor je paarden.
Vandaag was mijn rustdag en ik heb genoten van IJsselstein
juni hebben we een rustdag op maandag.
Rustdag. Korte hike naar Glaciar Horcones.
Voor particuliere chauffeurs, de rustdag bestond niet!
Morgen heb ik een rustdag en gaan ze de longmachine eraf halen.