Examples of using Wilhelm in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Dit is Wilhelm.
Wilhelm is dood.
En uw kleinzoon Wilhelm.
Kolonel Wilhelm von Andereg.
Ik maakte maar een grapje, Wilhelm.
Combinations with other parts of speech
Usage with nouns
Wilhelm was thuis.- Ja.
Mijn naam is dr. Wilhelm Brücke.
Wilhelm was thuis.- Ja.
Bedankt. Ben jij Wilhelm Rodman?
Wilhelm Reich stierf in de cel.
Stevie Wunderbar? Wilhelm Schmidt?
Wilhelm Tell dan? Dat is belachelijk.
Alexander… Wilhelm, help je broer.
Wilhelm Schmidt? Stevie Wunderbar?
Aan luitenant Wilhelm von Klugermann,!
Wilhelm Tell, maar met twee spelers.
Ik heb ideeën voor Wilhelm Tell.
Pik Wilhelm op, dan spreken we later.
Jenna is bij de gebroeders Wilhelm, oké?
Wilhelm is 28 en blaakt van de energie.
Om 90. Keizer Wilhelm stelde zelfs voor.
Wilhelm Melchior zal altijd bij ons zijn.
Dit komt van het Kaiser Wilhelm ziekenhuis.
Wilhelm, Jacob! Bescherm jullie toekomstige Koning!
Ingenieur Kochan. Wilhelm von Ruttenberg.
Hij loopt hersenschade op en hij denkt dat hij keizer Wilhelm is.
Ingenieur Kochan. Wilhelm von Ruttenberg.
Keizer Wilhelm. Het is eigenlijk maar een kleine medaille.
Eén schot is niet genoeg voor Wilhelm Zuchs.
Kaiser Wilhelm 299m Kaart| Charlottenburg Meer informatie….