What is the translation of " ZAT IN DE AUTO " in English?

• was in the car
• sat in the car
• was driving
• was in the truck
• were in the car
• was in the vehicle

Examples of using Zat in de auto in Dutch and their translations into English

Ik zat in de auto.
I was driving.

Zijn dochter zat in de auto.
His daughter sat in the car.

U zat in de auto.
You were in the car!

Dus Jingles zat in de auto.
So Jingles was in the truck.

Ze zat in de auto, Tom.
Tom, she was in the car.

Na te denken. Ik zat in de auto.
I just sat in the car… thinking.

Ze zat in de auto.
She's in the truck.

Dus sindsdien doe ik dat. Ik zat in de auto toen ze belden.
Ever since then, that's what I do. I was driving when I got the call.

Je zat in de auto.
You were in the car.

Je moeder zat in de auto.
Your mom was in the car.

Je zat in de auto en haalde uit.
You were in the car.

En Harold zat in de auto.
And Harold was in the car.

Ik zat in de auto bij Claire.
I was in the car with Claire.

Neen, ik zat in de auto.
No. I was in the car.

Je zat in de auto waarmee Brenda Buckley is doodgereden.
You were in the car that killed Brenda Buckley.

M'n geld zat in de auto.
My money. my money was in the car.

Ik zat in de auto toen mamma stierf.
I was in the car when Mommy died.

Carla zat in de auto.
Carla was in the car.

Ik zat in de auto toen ze belden.
I was driving when I got the call.

Alice zat in de auto.
Alice was in the car.

Ik zat in de auto toen mama doodging.
I was in the car when Mommy died.

Ja, ik zat in de auto.
Yeah, I was in the car.

Ik zat in de auto toen ze verongelukte.
I was in the car with her when it crashed.

En jij zat in de auto?
And you were in the car?

Hij zat in de auto, zielig en stil.
He sat in the car all sorry for himself, quiet.

Jij zat in de auto.
You were in the car.

Ik zat in de auto en… hij was te voet.
I was in the car and he was on foot.

Jess zat in de auto.
Jess was in the car.

Je zat in de auto toen ie het losgeld ging ophalen.
You were in the car when he went to collect the ransom.

En jij zat in de auto, blijkbaar.
Because you were in the car, apparently.

How to use "zat in de auto" in a Dutch sentence

Zij zat in de auto toen hij handelde.

Hij zat in de auto naast een Montfortenaar.

Hij zat in de auto onderweg naar huis.

Zij zat in de auto met haar vader.

Hij zat in de auto van zijn vader.

Hij zat in de auto met drie anderen.

Ik zat in de auto dus groeten was nvt.

Ik zat in de auto toen hij hem startte.

Ik zat in de auto van Kazan naar Uliànovsk.

Een 25-jarige Groninger zat in de auto op wacht.

How to use "was driving, was in the car" in an English sentence

What was driving the negative attitude?

I was driving Truck 1; Otis Clifton was driving Engine 1.

Nobody was in the car at this time.

My roommate was in the car with me.

Tammy was driving home from work.

I was in the car for this one.

clara was in the car with me.

Diane was driving the car though”.

Adams was driving for Consolidated Lumber.

Her team was driving her crazy.