What is the translation of " HER NOT TO GO " in Dutch?

• haar niet te gaan

Examples of using Her not to go in English and their translations into Dutch

I told her not to go.
Ik zei haar niet te gaan.

Use that twinspeak of yours. Tell her not to go.
Gebruik je tweelingtaal en zeg haar niet te gaan.

I told her not to go.
Ik zei dat ze niet moest gaan.

What's really tough is I can't tell her not to go.
Ik kan niet zeggen dat ze niet moet gaan.

I asked her not to go.
Ik vroeg haar thuis te blijven.

So many times. Too many accidents. Vicky stood up- I told her not to go.
Ik heb zo vaak gezegd dat ze niet moest gaan.

Tell her not to go in there.
Zeg dat ze niet naar binnen mag.

Clive begged for her not to go.
Clive smeekte haar om 't niet te doen.

I told her not to go, didn't I?
Ik zei haar om niet te gaan, toch?

my mom was going out on a job and I begged her not to go.
ging mijn moeder naar werk en ik smeekte haar niet te gaan.

I told her not to go outside.
Ik zei dat ze niet naar buiten mocht.

begs her not to go.
smeekt haar het niet te doen.

I told her not to go far.
Ze mocht niet ver gaan.

to promise thee to a savage lion, and when he has thee he will tear thee in pieces and devour thee," and he told her all, just as it had happened,"> and begged her not to go there, come what might.
haar, hoe dat alles gekomen was;"> en hij smeekte haar, niet te gaan, wat er ook gebeuren mocht.

I told her not to go in there.
Ze mocht daar niet naar binnen.

Should have convinced her not to go to that party.
Ik had haar moeten overhalen niet te gaan.

Tell her not to go, but make up a reason.
Vertel haar niet te gaan, maar bedacht een excuus.

I told her not to go alone.
Ik vertelde haar niet alleen te gaan.

Tell her not to go into the light!
Ze moet niet in het licht gaan.

I warned her not to go, Colonel.
Ik waarschuwde haar niet te gaan, kolonel.

I told her not to go, but she's stubborn.
Ik zei haar te blijven, ze is koppig.

I told her not to go in!
Ik zei dat ze niet naar binnen moest gaan.

Tell her not to go near the window with the tree.
Zeg dat ze wegblijft van het raam met de boom.

I told her not to go in there.
Ik zei dat ze daar niet naar binnen mocht.

Tell her not to go, but make up a reason.
Zeg haar niet te gaan, maar verzin een of andere reden.

I told her not to go in there.
Ze had daar niet naar binnen mogen gaan.

I told her not to go. But she wouldn't listen to me.
Ik zei dat ze niet moest gaan, maar ze luisterde niet naar me.

I told her not to go in the basement.
Ik zei dat ze niet naar de kelder moest gaan.

Tell her not to go to Stanford.
Zeg dat ze niet naar Stanford gaat.

I told her not to go into the forest.
Ik zei haar dat ze niet het bos in moest gaan.