What is the translation of " JOB " in Dutch?
S

[dʒəʊb]
Noun
Verb
[dʒəʊb]
baan
job
orbit
track
course
runway
lane
work
employment
trajectory
gig
werk
work
job
employment
do
effort
workplace
piece
taak
task
job
duty
role
responsibility
mission
function
assignment
opdracht
assignment
order
command
contract
mission
task
job
behalf
mandate
remit
functie
function
feature
position
role
job
post
functionality
duty
vak
box
profession
business
trade
compartment
job
course
subject
pocket
section
van banen
of jobs
of employment

Examples of using Job in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
My new job.
Mijn nieuwe job.
I got a job in Boston.
Ik heb werk in Boston.
And I want my job.
En ik wil m'n baan.
This is Job Cloovers.
Dit is Job Cloovers.
I dance in my job.
Ik dans op mijn werk.
About my job and stuff?
Over mijn job en zo?
I already did my job.
Ik deed mijn job al.
I have a job for you.
Ik heb een klus voor u.
I fought for my job.
Ik vocht voor mijn job.
And the job is to kill.
En het karwei is doden.
I fought for my job.
Ik vocht voor m'n baan.
That's his job, missus.
Dat is zijn vak, mevrouw.
I fought for my job.
Ik vocht voor mijn werk.
He got a job in Spain?
Heeft hij 'n klus in Spanje?
This is my last job.
Dit is mijn laatste klus.
It's their job, I think.
Het is hun vak, geloof ik.
This is my first job.
Dit is mijn eerste klus.
But my job is my life.
Maar mijn werk is mijn leven.
That is not his job.
Dat was zijn opdracht niet.
My job is to protect her.
Mijn taak is haar beschermen.
There's no job there.
Dat er geen vacature is.
Our daughter is our job.
Onze dochter is onze taak.
You want the job or not?
Wil je de opdracht of niet?
I'm gonna finish this job.
Ik ga het karwei afmaken.
For this job, I nominate--.
Voor deze taak, nomineer ik.
That was not his job.
Dat was zijn opdracht niet.
Good job, Rashida and Koen.
Goed gedaan, Rachida en Koen.
My new… My new job.
Mijn nieuwe- Mijn nieuwe baan.
For our job, for our cover.
Voor ons werk, onze dekmantel.
This is his official job.
Dat is z'n officiële beroep.
Results: 111709, Time: 0.1188

How to use "job" in an English sentence

His job has meaning for him.
The whole job took two weeks.
Find the job which prints date.
The job seeker was getting dressed.
The job done properly without shortcuts.
Post Your Atascadero Sitter Job Today!
while getting the job done quickly.
Beyond job titles, beyond business cards.
Let Pell grants cover job training.
Great job with the coloring, too.
Show more

How to use "werk, baan, taak" in a Dutch sentence

Daar hing echt prachtig werk bij.
Baan analyse van controle meten geneesmiddelen.
Een taak uitvoeren kost altijd tijd.
Weet precies wat een taak is.
Hij vond een baan als schoonmaker.
Het venster Taak maken wordt geopend.
Welke baan lijkt mij ook tof?
Hij had een betere baan gevonden.
Taak bij mensen voedsel gevuld met.
P&O heeft daar een taak liggen.

Top dictionary queries

English - Dutch