What is the translation of " PUT IT ON THE TABLE " in Dutch?

• zet het op de tafel
• leg het op tafel
• legde het op de tafel

Examples of using Put it on the table in English and their translations into Dutch

Put it on the table.
Leg 'm op tafel.

All right, put it on the table.
Oké, leg het op de tafel.

Put it on the table.
Zet 'm op tafel.

You purse. Put it on the table.
Zet het op de tafel.- Je tas.

Put it on the table.
Leg het op tafel.

Allow us to offer you… put it on the table.
Wij willen je aanbieden, leg het op de tafel.

Put it on the table.
Leg hem op tafel.

Bring it here and put it on the table.
Breng het en zet het op tafel.

Put it on the table.
Zet het op de tafel.

so put it on the table.
je een pistool hebt. Leg het op tafel.

Put it on the table.
Zet hem op de tafel.

I just found it and put it on the table.
Ik vond het en legde het op de tafel.

Put it on the table.
Leg hem op de tafel.

Take out what you got in your pockets and put it on the table.
Haal je zakken leeg, en leg het op tafel.

Now put it on the table.
Leg het op tafel.

Take out your gun, slowly, and put it on the table.
Haal langzaam je wapen te voorschijn en leg het op tafel.

I put it on the table.
Ik zet 't op tafel.

Open the Extavia vial and put it on the table.
Open de Extaviaflacon en plaats hem op de tafel.

Just put it on the table.
Zet het op de tafel.

Put it on the table. Okay, J.
Leg het op tafel. Oké, J.

And then Ancient picked up a nice, fat volume… and put it on the table… and in big, spidery writing, he wrote.
En toen pakte Oude een mooie dikke bundel… en legde het op de tafel… en in groot spinachtig schrift, schreef hij.

Put it on the table over there.
Zet het op de tafel daar.

fat volume and put it on the table In Search of Unicorns. and in big, spidery writing, he wrote.
in groot spinachtig schrift, schreef hij… en legde het op de tafel.

Put it on the table.- You purse.
Je tas. Zet het op de tafel.

Here, put it on the table.
Hier, zet dit op tafel.

Put it on the table.- You purse.
Zet het op de tafel.- Je tas.

Okay, J. Put it on the table.
Leg het op tafel. Oké, J.

Put it on the table.- drop the gun!
Leg het op tafel. Laat het wapen vallen!

I will put it on the table.
Ik zal hem op tafel zetten.

Put it on the table and we will check it and goodbye.
Zet het op tafel, dan kunnen we het controleren.