Voorbeelden van het gebruik van Alleen in de auto in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Zit u alleen in de auto?
Sind Sie allein im Wagen?Maar ik zit niet meer alleen in de auto.
Ich sitze nicht mehr allein im Auto.Alleen in de auto ook niet.
Und auch nicht alleine in einem Auto.Rijd jij alleen in de auto?
Du fährst das Auto alleine?Ik heb erover nagedacht en om eerlijk te zijn,het is waarschijnlijk mijn fout jou alleen in de auto achter te laten.
Ich habe drüber nachgedacht und um ehrlich zu sein,war es wahrscheinlich mein Fehler, dich alleine im Auto zu lassen.Combinations with other parts of speech
Gebruik met bijvoeglijke naamwoorden
een nieuwe autoandere automooie autoeerste autoelektrische autodezelfde autooude autoblauwe autozwarte autorode auto
Meer
Gebruik met werkwoorden
auto gestolen
auto gevonden
haal de autoauto gezien
auto kopen
auto komt
auto rijden
auto halen
auto zat
auto wachten
Meer
Ze was alleen in de auto.
Sie saß allein im Wagen.Zeg me na:'Ik zat alleen in de auto.
Wiederhol das:"Ich war allein im Wagen.Jij zit alleen in de auto als je hem ophaalt.
Du wirst allein im Wagen sein, wenn du ihn abholst.Die kleine slaapt alleen in de auto.
Der kleine Scheißer schläft nur im Auto.Soms, alleen in de auto, fantaseer ik dat ik 'n ongeluk krijg.
Wenn ich allein Auto fahre, träume ich manchmal von einem Unfall.U zat toch alleen in de auto?
Sie sind doch allein im Wagen,?Maar alleen in de auto, hebben we geleerd dat we niet zouden gaan naar het noordoosten- thuis- en in het westen.
Aber nur im Auto, erfuhren wir, dass wir würden nicht nach Nordosten- home- und Piet zat niet alleen in de auto.
Piet saß nicht alleine drin.Hij droeg 'm alleen in de auto, dus daar bewaarde hij 'm.
Er trug sie nur im Auto, sie lag immer Misschien durfde ze Gabby niet alleen in de auto te laten.
Gabby allein im Auto zu lassen.Ik zat niet alleen in de auto. De avond dat je broer overleed.
An dem Abend… als dein Bruder starb… saß ich nicht allein im Auto.Ik herhaal, de vrouw zit alleen in de auto.
Ich wiederhole, die Frau ist alleine im Auto.Toen ik alleen in de auto zat.
Als ich allein im Auto war.Ma, ik vind het niet fijn dat je alleen in de auto rijdt.
Ma, ich wünschte, du würdest nicht allein mit dem Auto fahren.Was ik alleen in de auto. Toen ik wakker word.
Im Auto alleine aufgewacht. Sie hat mir Bananenmilch gegeben ich bin eingeschlafen und bin dann.Die Bombe ist nicht nur im Auto.Je legt haar lichaam alleen in de auto als je verder gaat dan je tuin of brandkuil.
Man würde sie nur in das Auto legen, um sie weiter weg als bis zur eigenen Hinterhof-Feuerstelle zu bringen.Liet je de baby alleen in de auto?
Du hast das Baby alleine im Auto gelassen?Zat je alleen in de auto?
Saßen Sie allein im Auto?En in jezelf zit te mompelen. Dat je alleen in de auto van je baas zit.
Dass du alleine im Auto deines Bosses sitzt und vor dich hinmurmelst.Je zat alleen in de auto.
Du warst allein im Wagen.Ik zat niet alleen in de auto.
Ich war nicht allein in dem Auto.Was je alleen in de auto?
Waren Sie allein im Auto?Wat tot nu toe alleen in de auto resp.
Was bisher nur im Auto bzw.Is ze ooit alleen in de auto geweest?
War sie jemals allein im Auto?
