Voorbeelden van het gebruik van Bed in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Bed 7 tot 13.
Ze zit op haar bed.
Bed 3 kan naar de CT.
Lk heb maar één bed.
Gooi hun bed weg. En nu?
Combinations with other parts of speech
Gebruik met bijvoeglijke naamwoorden
kingsize bedextra bedqueensize bedgroot bedcomfortabel beddubbel bedhetzelfde bedeen comfortabel bedbovenste bedwarm bed
Meer
Gebruik met werkwoorden
bed liggen
bed slapen
bed gaan
bed te liggen
kom naar bedligt in bedbed blijven
gaat naar bedbed opmaken
bed geplast
Meer
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
bed en breakfast
bed in een slaapzaal
kinderen naar beduur naar bedvrouw naar bedvrouw in bedkinderen in bedkant van het beduithoudingsvermogen in bedbed op slaapzaal
Meer
Maar we hebben alleen een bed.
Het spijt me. Bed zes, Karev.
Ik ga altijd vroeg naar bed.
Ik ben dol op Bed, Bad en Meer.
Judith en ik gingen naar bed.
Je hebt een bed and breakfast?
We waren met z'n drieën in dat bed.
Harbour View Bed en Breakfast.
En… ze willen met ons naar bed.
Soms kan een bed te groot zijn.
Slaapkamer met tweepersoonsbed bed.
Hebt u in Bed in Gent verbleven?
Min-ju is maar naar bed gegaan.
Boven het bed van Hanyars Sultan.
Zet je 'n pediatrische noodkar bij bed 11?
Eerst in bed, het laatste op.
Ze wilden met andere mannen naar bed.
Slaapkamer: Bed(double), Vloeren.
Brian en ik zijn direct naar bed gegaan.
Slaapkamer: Bed(double), met balkon.
Ik wilde niet met hem naar bed, Katy. Je denkt?
Je hebt Bed, Bath en Beyond niet afgefikt.
Wat doe je uit bed, kleine meid?
Hotel, bed& breakfast of een appartement in Florence?
Slaapkamer: Dubbel, bed(double), tegels.