Voorbeelden van het gebruik van Grijs in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Grijs haar,?
Hij was grijs.
Een grijs meisje. Dun.
Spaans grijs.
Grijs en wit konijnen In gras.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
grijze haren
grijze kleur
grijze stof
grijze achtergrond
grijze raad
grijze cellen
donker grijsgrijze zone
grijze pak
grijze economie
Meer
Ik word grijs.
Hij heeft 'n grijs pak in de kast hangen.
Ik haat grijs.
King grijs Quartz stenen werkbladen voor keuken.
Ze wordt grijs.
Grijs patroon panty's in panty met patronen.
Is hij grijs?
Nog een zo'n klus enons haar wordt echt grijs.
Jij bent grijs geworden.
Een Ford. Of grijs.
Omdat zij grijs haar heeft?
Ik zie het grijs.
Grijs patroon panty's in maat M en antiek roze kleur.
En ze is grijs.
In een klein grijs huisje gemaakt van blokken hout.
Oh… Is hij grijs?
De OXO TOT Slab Grijs is voorzien van een stevig klittenband.
Ik zie ook grijs.
Grijs, gebocheld, half blind, sigaretten bietsend.
Zoals'Vijftig tinten grijs.
Een wat oudere met grijs haar, en een jonge vent.
Producten getagd met grijs.
Waarom is mijn schijf grijs of niet ondersteund?
Kort, lang, blond of grijs.
Keisha grijs is geschoren kutje hevig gelikt en gevingerd.