Voorbeelden van het gebruik van Kus in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Kus het vat.
Nog een kus.
Kus schatje.
Ik doe mee. Kus.
Kus me eens.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met bijvoeglijke naamwoorden
Meer
Gebruik met werkwoorden
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
Zullen we er een kus inzetten?
Kus 100 jongens.
Vraag Seth maar. Eén kus maar.
Kus voor geluk?
Was het de kus met Kendall?
Kus hem tenminste.
Zeg welterusten en kus me.
Kus, engeltje van me.
Dat was een kus, of niet?
Kus me, majoor Glenn.
Geef me een kus en stap uit de auto.
Kus die zwarte kont.
Onze eerste kus was op deze boot.
Kus, welke kus? .
Geef je moeder een kus van me. Zwart?
Kus me ik ben noors.
Vooruit jongen, kus de hand van M. Aydin.
Kus me… Hij is te zwak.
Degene van wie de kus is. Wat vinden?
Kus me Hughie. Ik niet.
Oké, dus heb je"Kus me, voor altijd" gelezen?
Kus die zwarte kont. Oké?
Ik had geen geld voor een kus, alleen voor… je weet wel.
Kus me alsjeblieft, schatje.
Licht huid zwart gay mannetjes kus uncut jongens pissende de dag afstand 8219.