Voorbeelden van het gebruik van Oldtimer in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Een oldtimer dus.
Dit is een oldtimer.
Een oldtimer, hè?
Ik had een oldtimer.
Hé, oldtimer. Bijten ze?
Mensen vertalen ook
Jij ook, oldtimer.
Een oldtimer ter waarde van 70.
Weet je wat, Oldtimer?
Meer oldtimer/ automobilia veilingen.
Weet je wat, Oldtimer?
Probleem: U wil uw oldtimer verkopen maar u bent bijna nooit thuis.
Weet jij het, oldtimer?
Racende Tux in Oldtimer Als minder meer is: Verwijderen van ongewenste objecten.
Dit is een oldtimer.
Ik was op weg naar het gokspel. En ik wilde de poen voor een oldtimer.
Op je gemak, oldtimer, ik geloof je.
Die auto is een oldtimer.
Leuke kleine oldtimer met veel karakter.
Lenen voor een oldtimer.
Wow dit is een oldtimer komt uit oude tijden.
Sinds wanneer hebt u die oldtimer?
Een meisje zit op een stuur van een oldtimer, waarin haar overgrootouders hadden kunnen rijden.
Sinds wanneer heeft u die oldtimer?
Van geen kanten laat ik een oldtimer als jij alleen gaan.
Ik stel je bezorgdheid op prijs, oldtimer.
Heb jij ook wel eens aan een oldtimer geknutseld?
We maken een romantisch ritje in deze oldtimer.
Wacht, niet zo snel, oldtimer.
Perziken in blik bevinden zich in gang 5, oldtimer.
Mij hou je niet voor de gek met die oldtimer en die Rolex.