Voorbeelden van het gebruik van Week drie in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Week drie.
Dat was week drie.
Week drie.
O, mijn God. WEEK DRIE.
Oké, week drie van cheer kamp, hier komen we.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met bijvoeglijke naamwoorden
vorige weekhele weekde hele weekeerste weeklaatste wekende eerste weekde laatste wekeneen hele weektweede weekeuropese week
Meer
Gebruik met werkwoorden
volgende weekafgelopen wekenkomende wekenweken duren
brachten een weekweek vertrekken
duurt wekenverbleven een weekopeenvolgende wekenweek vermist
Meer
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
keer per weekdagen per weekuur per weekeind van de weekpond per weekeinde van de weekdag van de weekdollar per weekrest van de weekweken of maanden
Meer
O, mijn God. WEEK DRIE.
Noodtoestand week drie.
Week drie: Schoenen verkocht, biertje gedronken, bewusteloos geraakt.
M'n dochter is vorige week drie geworden.
Het is week drie in het onderzoek naar de baaihaven slachter….. en superagent Lundy….. moet nog wanhopig zeggen.
Daar heb ik vorige week drie setjes van verkocht.
In week drie besloot het leger dat wij de kinderen infecteerden… en ze niet inentte, sloten ons en gooiden mij de gevangenis in!
Jij. Je had deze week drie keer iets groens aan.
Daarom gebruik ik compensatietijd,om hem volgende week, drie dagen te bezoeken.
Nou, hij heeft deze week drie besprekingen over de belastingen.
Het zit zo. Ik neem nu een special op… dus ik ben in een week drie kilo afgevallen, omdat ik niet at.
Als een dosis wordt gemist vanaf week drie, moet de patiënt de gemiste dosis van 200 mg zo snel mogelijk innemen en het regime van driemaal per week daarna hervatten.
Ze heeft afgelopen week drie dingen van jou gedragen.
Vriend?! Ik heb in een week drie ervaren agenten verloren.
Zes jaar, vier maanden, twee weken, drie dagen, 18 uur, en 36 minuten.
Vijf weken, drie dagen, schat ik zo.
Acht weken, drie dagen.
Weken, drie dagen.
Dertien weken, drie dagen, zeven uur en twaalf minuten.
Na twee weken, drie weken, vier weken, vijf weken. .