Voorbeelden van het gebruik van Moet naar de wc in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik moet naar de wc.
Sorry, ik moet naar de wc.
Ik moet naar de wc.
Wacht nou, ik moet naar de wc.
Ik moet naar de wc, man!
Mensen vertalen ook
Wacht nou, ik moet naar de wc.
Ik moet naar de wc, mam.
Mijn dochter moet naar de wc.
Ik moet naar de wc. Wat?
Sorry. Ik moet naar de wc.
Ik moet naar de wc.
Sorry. Ik moet naar de wc.
Ik moet naar de wc.
Wacht. Ik moet naar de wc.
Lk moet naar de wc.
Jawel. Ik moet naar de wc.
Lk moet naar de wc.
Dat jochie moet naar de wc.
Ik moet naar de wc, klungel.
Luister, ik moet naar de wc.
Lk moet naar de wc, klungel.
Schatje, ik moet naar de wc.
Ik moet naar de wc.-Wat?-Ma?
Maar ik moet naar de wc.
Ik moet naar de wc.-Jawel.
Papa, ik moet naar de wc.
Ik moet naar de wc.-Wat?-Ma?
Mama, ik moet naar de wc.
Ik moet naar de wc. Pardon.
José. Ik moet naar de wc.