Voorbeelden van het gebruik van Student in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ben je student?
Student apotheker.
Chemie student?
Als student deed ik mijn thesis over hem.
Toen was ik student.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met bijvoeglijke naamwoorden
de andere studentenpostdoctorale studentende buitenlandse studentende beste studentenmedische studenteneen goede studentde eerste studentenduitse studenteneen andere studenteen jonge student
Meer
Een student van je?
Toen was ik student.
Student geneeskunde, specialiteit: lepra.
Ingediend door de heer Student.
Je bent geen student op deze universiteit.
In die tijd was ik student.
Wellesley student werd een feministen icoon.
Was je moeder daar student?
D student D bank D handel π boekhouder D ministerie.
Dus je bent een rechten student?
D student D bank π handel D boekhouder α ministerie.
Ik ben niet 's werelds beste student.
Student: Hallo Tomas, ik heb twee vragen vandaag.
Laat ons niet zitten met die student.
Deze student is een prima geleerde en een dierbare vriend.
Ben ik de enige psychologie student hier? Nee,?
Yoga student: God wordt gezien in de vorm van de heiligen.
Declan verbleekt bij 'n superleuke student… in een prachtige Marc Jacobs sweater.
Yoga student: De Soefi's vinden liefde in personen….
Dit jaar is het weer een student van Kirk High School die geëerd wordt.
De student heeft zojuist een rekwisitiebon tevoorschijn gehackt.
Dus, je bent student? Of is dit gewoon standaard anarchie?
Student: Vraag over de persoonlijkheid die men ontvangt van de Universele Vader.
Maya student: Dank u voor deze gelegenheid om vragen te stellen.
Ik ben student. lk ben aangesteld om u het komende trimesterbij te staan.