Voorbeelden van het gebruik van Ego in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Alleen ego:.
Ego of lichaam?
Hij zeide: Ik ben het.(ego eimi).
Het ego vergelijkt altijd.
Het overstijgt je ego, zegt hij.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met bijvoeglijke naamwoorden
Gebruik met werkwoorden
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
Het ego is dus het onechte Ik.
Een andere naam voor die beschermer is het ego.
Leg je ego het zwijgen op.
Het is de geest die uitgegroeid ego tot is.
En het ego is nooit tevreden.
Hoe roepen we een monster op dat zich voedt met ego?
Ego. Amateurs slapen niet.
Het vleit je ego, maar is nutteloos.
Ego en angst waren mijn redenen, Miss Cillian.
Mijn naam is Ego… en ik ben je vader, Peter.
Het ego is uiteindelijk niet meer dan een idee.
Iemands gekneusde ego. Kan ik je helpen?
Het ego- ik wil dingen naar zichzelf toe trekken en ze bezitten.
Het dient alleen het ego van de kunstenaar, meer niet.
In het ego, waar wordt dit gecreëerd?
Nu zullen we het 's over uw alter ego, detective Reginald Doyle.
Arm klein ego, hoe voelde je je vandaag?
Moraliteit betekent dat ze je een ego geven dat past bij de samenleving.
Volgens het ego is geven altijd kwantitatief.
Heer van mijn eigen ego, u bent louter een illusie.
Het is ons ego dat eruit geklopt wordt….
Met open ogen en ego om dit medicijn te ontvangen….
Dat komt doordat het ego niets als totaal gewenst ziet.
Daarom is het ego de ontkenning van de vrije wil.
Sahaja Yoga kan je geen ego bezorgen, maar zal je vreugde geven.