Voorbeelden van het gebruik van Je vliegtuig vertrekt in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Je vliegtuig vertrekt morgen.
Nog zestien uur voor je vliegtuig vertrekt.
Je vliegtuig vertrekt vanavond.
Je vliegtuig vertrekt over zeven uur.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
vertrekt flixbus
treinen vertrekkentours vertrekkenmensen vertrekkenschip vertrektvliegtuig vertrokvertrekt greyhound
vertrekt de bus
vertrekt ouibus
gasten vertrekken
Meer
Gebruik met bijwoorden
Gebruik met werkwoorden
Audrey, pak een tas in en ga naar het vliegveld. Je vliegtuig vertrekt over een uur.
Je vliegtuig vertrekt deze namiddag.
Vlug. Je vliegtuig vertrekt over een uur.
Je vliegtuig vertrekt in 5 minuten.
Je vliegtuig vertrekt over een uur.
Je vliegtuig vertrekt binnen twee uur.
Je vliegtuig vertrekt over twee uur.
Je vliegtuig vertrekt over drie uur.
Je vliegtuig vertrekt over 45 minuten.
Je vliegtuig vertrekt over een uur.
Je vliegtuig vertrekt over een uur.
Je vliegtuig vertrekt om half vier vanmiddag.
Je vliegtuig vertrekt van Santa Monica om 15.
Je vliegtuig vertrekt in Logan Airport, vrijdagmorgen om half negen.
Hoelaat vertrekt je vliegtuig?
Wanneer vertrekt je vliegtuig?
Hoe laat vertrekt je vliegtuig?
Hoe laat vertrekt je vliegtuig?
Om hoe laat vertrekt je vliegtuig?
Over twee uur vertrekt je vliegtuig naar Wenen.
Als eenmaal het vliegtuig vertrekt, ben je op jezelf aangewezen.
Als je partner neuriet:"Als je op een vliegtuig vertrekt, weet niet wanneer ik weer terug kom," wil je misschien even opletten.
Het vliegtuig vertrekt.
Het vliegtuig vertrekt stipt.