Voorbeelden van het gebruik van Simon in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Simon Shaheen.
Vanwege Simon?
Simon en de Eiken.
Hij heet Simon en ik haat hem.
Simon was al stervende.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met werkwoorden
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
Je bent geen verkoper simon en ook geen agent.
Simon, je bent niet de enige.
Je bent geen verkoper simon en ook geen agent.
Simon, wat kun je ons vertellen?
Hoelang werkt Simon Asher bij de FBI?
Simon… Dit boek is echt heel slecht.
Komoyo en Esther en Simon maken het erg goed.
Simon sachs. 10 jaar. onderbewust?
We kunnen het nog steeds krijgen, Simon… gezamenlijk.
Simon, je gaat te snel!
M'n andere, een Simon Kouveaux, een cadeau.
Simon zijn verdediging.
Zij hoopt dat je gevoelens voor Simon je beslissingen beïnvloeden.
Simon, hij komt uit Helsingør net als jij.
Kijk, Simon… De wereld is eng, Ik geef het toe.
Simon… Ons neerschieten maakt de deur niet open.
Deze Simon Cowell is van een heel ander kaliber.
Simon… heb jij iets te maken met de dood van die vrouw?
Zij en Simon werden opgepakt toen ik de brandgang nakeek.
Simon, een memo van Nigel zal geen laars in je reet steken.
Hoe simon. farrell hun logo ontwerp begonnen.
Simon gaat aankloppen, je hoeft alleen de deur open te doen.
Ik ken Simon. Hij heeft slechte dingen gedaan maar een moordenaar is hij niet.
Hoi, Simon Pramsten, ik verkoop deze speciale vacuümreiniger.
En Simon je wilde het voor iedereen geheim houden, maar ik weet het.