Examples of using Onverwachts in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Ecclesiastic
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Zo onverwachts.
Het was niet onverwachts.
Maar onverwachts komt Nabucco terug.
Ze belde onverwachts.
Die onverwachts tot hen komt, zonder dat zij het beseffen.
Combinations with other parts of speech
Usage with nouns
Het is onverwachts.
mijn huisgenote heeft onverwachts bezoek.
Ze was onverwachts.
Maar in de vuurtoren van mijn vader vond ze iets onverwachts.
Dat is onverwachts.
Onverwachts getroffen door de buitengewone schoonheid van Sauerland.
Die was onverwachts.
Zijn dood kwam niet onverwachts.
Dat was onverwachts, Matthew.
Pijn komt altijd onverwachts.
Er is onverwachts wat vertraging.
Hij pakte me onverwachts.
Rooskens overleed onverwachts in 1976 in Amsterdam. Werk.
Maar er gebeurde iets onverwachts.
Welnee, het zal onverwachts tot hen komen en hen verrassen.
M'n leraar stierf onverwachts.
Gerry kreeg net onverwachts Tom en Elizabeth Keen op bezoek.
Een paar dagen later kreeg ik onverwachts bezoek.
Toen grepen Wij hen onverwachts, terwijl zij er niet op bedacht waren.
Het kan niet werken, tenzij we hem onverwachts pakken.
We vallen de Turken onverwachts aan zonder hun voorkennis.
Alleen. We hebben mevrouw Cifuentes' auto onderzocht… en iets onverwachts gevonden. Ziet u.
Toen grepen Wij hen onverwachts zonder dat zij het beseften.
Leslie, dit is onverwachts.
Toen grepen Wij hen onverwachts zonder dat zij het beseften.