Examples of using Overgrootvader in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Je overgrootvader.
Gustavo Baz is mijn overgrootvader.
Overgrootvader, nee!
Dat is overgrootvader.
Overgrootvader Simpson.
Combinations with other parts of speech
Usage with verbs
Usage with nouns
Of je overgrootvader.
Overgrootvader Cornwall!
Dat is mijn overgrootvader.
Mijn overgrootvader was een slaaf.
Dit is mijn overgrootvader.
Overgrootvader Elias gaf ze mij.
En hij daar is m'n overgrootvader Willy.
Mijn overgrootvader woonde er.
De meesten van mijn overgrootvader.
M'n overgrootvader.
Ik heb een Noorse overgrootvader.
Mijn overgrootvader hield van katten.
En wat deed je overgrootvader?
Overgrootvader om precies te zijn.
Val is mijn overgrootvader, mijn bloed.
Overgrootvader Simpson. Tante Hortense.
Hij zei dit tegen mij. Mijn overgrootvader.
Mijn overgrootvader heette William.
Hij lijkt net op zijn overgrootvader.
Mijn overgrootvader, hij vertelde mij dit.
Dus door jouw toedoen word ik overgrootvader?
Zelfs mijn overgrootvader was een lener.
Leuk je te zien, opa. Hoi, overgrootvader.
Mijn overgrootvader leerde het zijn zoon.
Grootvader William, Overgrootvader William.