What is the translation of " PANIC " in Dutch?

• paniek
• panic
• panikeren
• paniekeren
• panikeer
• panische
• panikeert
• panikeerde
• panisch

Examples of using Panic in English and their translations into Dutch

Panic now!
Nu panikeren.

Let's not panic.
Niet paniekeren.

Panic even.
Paniekeren zelfs.

And that's panic.
En dat is paniek.

Panic or heart?
Paniek of hart?

She was in a panic.
Ze was in paniek.

I say panic now!
Ik zeg: nu panikeren.

People should panic.
Men moet panikeren.

Panic now, Charlie.
Panikeer nu, Charlie.

I saw a panic bar.
Ik zag een panic bar.

Panic is doing well.
Panic redt zich wel.

Let's not panic.
Laten we niet panikeren.

Now panic, everybody!
Nu wel paniekeren iedereen!

I'm just in panic.
Ik ben gewoon in paniek.

I panic attack with powers.
Ik panikeer met gaven.

From the panic room.
Vanuit de panic room.

Everyone was in a panic.
Iedereen was in paniek.

Can't panic the men.
Laat de mannen niet paniekeren.

We don't have to panic.
We panikeren nog niet.

Let's not panic too soon.
Laat ons vooral niet te snel panikeren.

And push them away. Panic.
Panikeren en ze weg duwen.

When I panic, I make this face.
Als ik panikeer zie ik er zo uit.

I bet some people panic, huh?
Sommige mensen paniekeren, eh?

Let Panic know they are going on now.
Laat Panic weten dat ze nu op moeten.

I'm getting panic again.
Ik word weer panisch.

He thought that you would panic.
Hij dacht dat je zou panikeren.

If you panic, I will panic..
Als jij panikeert, panikeer ik ook.

They're heading to the panic room.
Ze zitten in de panic room.

He's in a panic about some Molly's thing.
Hij is in paniek over een Molly's ding.

They're heading to the panic room.
Ze gaan op weg naar de panic room.

How to use "panic" in an English sentence

This mental illness causes panic attacks.

Agoraphobia can induce severe panic attacks.

What..?" The ultimate panic set it.

Don’t panic yet, but WORRY—a lot.

Then, only then, panic overwhelmed me.

You say the panic was “Uncertainty”.

They don’t panic and get worse.

Try and panic some into selling.

Reece's panic expels his repairers dithyrambically.

Moral Panic from Ska Brewing Co.

How to use "paniek, paniekeren, panikeren" in a Dutch sentence

Dus geen paniek bij het studeren.

Niet snel paniekeren en koersdalingen zien als koopmomenten.

Maar we panikeren nog lang niet hoor.

Panikeren is niet nodig, alert zijn wel.

Geen paniek maatregel maar een economische.

Dus geen paniek bij een computercrash.

Paniek jaagt door mijn lichaam, fokt.

Nog niet paniekeren Bruno, 1st things 1st!

Niet meteen panikeren bij paarsige pipi dus!

Niet panikeren bij of weglopen van bezwaren.