Voorbeelden van het gebruik van Eetkamer in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dit is de eetkamer.
Eetkamer of terras?
Ze is in de eetkamer.
Eetkamer, woonkamer, alles.
TV Kamer, eetkamer.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met bijvoeglijke naamwoorden
Gebruik met werkwoorden
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
Eetkamer met open haard en slaapbank.
Arthur wacht in de eetkamer.
Lk mag de eetkamer niet in.
En de keuken en de eetkamer.
Dit is onze eetkamer waar we eten.
Hier ergens is mijn eetkamer.
Naast de eetkamer is de gewerenkamer.
En dit is onze eetkamer.
De klok in de eetkamer is beter niet aan.
Snel terug naar eetkamer.
Woon- en eetkamer gescheiden van slaapkamer.
Keuken, woonkamer, eetkamer.
In de eetkamer wordt een licht ontbijt geserveerd.
Arthur is in de eetkamer, sir.
Ook vanuit de eetkamer is warm en verzorgd accogliente.
Zet deze twee in de eetkamer.
En dit is onze eetkamer waar wij eten.
Slaapkamer, badkamer, eetkamer.
Gecombineerde woon/ eetkamer met houtkachel en keuken en hal.
Ze controleerde iets in de eetkamer.
Aparte keuken, eetkamer bevindt zich op het balkon/terras.
Ik heb de tafel gedekt in de eetkamer.
Keuken veilig. Eetkamer veilig.
Oplossingen voor opslag in de eetkamer.
Elke ochtend wordt er in de eetkamer een ontbijt geserveerd.