Wat Betekent IK MOET NAAR DE WC in het Duits - Duits Vertaling

• ich muss aufs Klo
• ich muss auf die Toilette
• ich muss mal
• ich muss pinkeln
• ich muss ins Bad

Voorbeelden van het gebruik van Ik moet naar de wc in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Ik moet naar de wc.
Ich muss mal.

Schatje, ik moet naar de wc.
Schätzchen, ich muss mal.

Ik moet naar de wc.
Ich muss ins Bad.

Alsjeblieft. Ik moet naar de wc.
Bitte.- Ich muss ins Bad.

Ik moet naar de wc.
Kommt. Ich muss mal.

Excuseer me, ik moet naar de wc.
Entschuldige, ich muss aufs Klo.

Ik moet naar de wc.
Aber ich muss aufs Klo.

Dank je wel. Ik moet naar de wc.
Ich muss auf die Toilette. Danke.

Ik moet naar de wc.- Ja.
Ich muss mal.- Ja.

Wat is hier gebeurd? Ik moet naar de wc.
Was war das? Ich muss mal.

En ik moet naar de wc.
Und ich muss mal.

Charlotte. Ik moet naar de wc.
Ich muss auf die Toilette. Charlotte.

Ik moet naar de wc.
Ich muss auf die Toilette.

Ja Pauline?- Ik moet naar de wc.
Ich muss auf die Toilette. Ja, Pauline?

Ik moet naar de wc. Nelly.
Nelly. Ich muss mal.

Niet nu. Maar ik moet naar de wc.
Nicht jetzt. Ich muss auf die Toilette.

Ik moet naar de wc.- Nee.
Nein. Ich muss aufs Klo.

Dat helpt. Ik moet naar de wc.
Das hilft. Ich muss auf die Toilette.

Ik moet naar de wc. Wacht.
Moment. Ich muss auf die Toilette.

Hier. Tante May, ik moet naar de wc. Oké.
Tante May, ich muss auf die Toilette. Okay. Hier.

Ik moet naar de wc.
Ich muss aufs Klo und will's nicht verpassen.

Mama, ik moet naar de wc.
Mama, ich muss mal.

Ik moet naar de wc. Wat is er?
Ich muss auf die Toilette. Was ist?

Opzij, ik moet naar de wc.
Weg da, ich muss mal.

Ik moet naar de wc, en ze heeft helemaal niets gegeten.
Ich muss pinkeln. Und sie hat noch nichts gegessen.

Mama, ik moet naar de wc.
Mom, ich muss aufs Klo.

Ik moet naar de wc, ik doe het niet hierin.
Ich muss aufs Klo und werde das nicht hier drinnen machen.

Papa, ik moet naar de wc.
Daddy, ich muss aufs Klo.

Ik moet naar de wc, zonder wc-papier en met metalenhanden?
Ich muss aufs Klo, und hier gibt's kein Klopapier. Wie soll ich das machen, mit meinen Metallflossen?

Billy, ik moet naar de wc.
Billy, ich muss aufs Klo.

Hoe "ik moet naar de wc" te gebruiken in een Nederlands zin

Verontwaardig zei ik nee dit kan niet wachten want ik moet naar de wc en daar is niets van toiletpapier.

Ik moet naar de wc en struikel bijna over de was op de overloop en bedenk dat ik geen schone sokken meer heb.

Het eerste wat ik dacht: ik moet naar de wc toe, maar alle winkels zijn dicht tussen 12 en 1 omwille van hun middagpauze.

Waar staan de snoepjes, ik moet naar de wc en stiekem kijken of de staf al wakker is hoorden bij deze ontdekkingstocht in de morgen.

Hoe "ich muss mal" te gebruiken in een Duits zin

Ich muss mal wieder sauber machen!

ich muss mal dringend etwas loswerden.

Ich muss mal auf die Bühne.

Ich muss mal dringend zur Toilette.

ich muss mal wieder eines anpflanzen.

Ich muss mal auf Stoffsuche gehen.

Ich muss mal wohin! | LATRINUM Ich muss mal wohin! 8.

Ich muss mal demnächst schnuppern gehen.

Ich muss mal damit klar kommen.

Ich muss mal meien Sammlung sortieren.