Voorbeelden van het gebruik van Mathilde in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Mijn vrouw, Mathilde.
Mathilde, wat is er,?
Niet huilen, Mathilde.
Mathilde, niet huilen.
Wie? Pierre en Mathilde.
Mensen vertalen ook
Mathilde, wat is dat?
Vader, de Mathilde loopt!
Mathilde is het slachtoffer.
Ze doet het. De Mathilde loopt!
Mathilde is een slachtoffer.
Daarom heeft Mathilde me gedumpt.
Mathilde, wat is dat?
En dat pakt Mathilde me niet af.
Mathilde, ik ben van de politie.
Blijf toch in bed bij Mathilde.
Mathilde heeft me niets gezegd.
Hoe wist u dat Mathilde in de stad was?
Mathilde is ook niet zwanger!
Jette, blijf toch in bed bij Mathilde.
Mathilde? Mathilde, niet huilen.
Zie ik er soms uit als tante Mathilde? Pappie?
Mathilde. Waarom breng ik je dan niet?
U heeft twee collega's, Mathilde en Charlotte.
Mathilde gaat elke dag boodschappen doen.
Dat beloof ik. Mathilde, ik ben bij de politie.
Mathilde, wijd je aan je boeken.
Je hebt aan Beatrice het gedicht gegeven dat ik schreef voor Mathilde.
Ik zag Mathilde in het ziekenhuis.
Uit zijn eerste huwelijk met zekere vrouwe Mathilde had hij geen kinderen.
Mathilde moet direct geliquideerd worden.