Voorbeelden van het gebruik van Rapha in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ze heten allebei Rapha.
Sie heißen beide Rapha.Rapha gaat naar z'n kamer.
Rapha geht in sein Zimmer.We hebben Rapha gekwetst.
Wir haben Rapha sehr verletzt.Rapha, kijk eens wie er is!
Rapha. Sieh mal, wer da ist!Wat scheelt er met jou? Rapha… Nee.
Rapha. Was soll das?- Nein.Rapha, ik ga hem enkel kalmeren.
Rapha. Ich beruhige ihn.Ik wil niet meer dat Rapha hem uitnodigt.
Ich sage Rapha, er soll ihn nicht mehr einladen.Rapha. Zie je je leeuw?
Willst du deinen Löwen sehen? Rapha.Als ik niet bij Rapha kom, lukt het niet.
Kann ich nicht zu Rapha, kann ich nicht schreiben.Rapha, voel je je al beter?
Esther: Rapha! Geht's dir besser?Het belangrijkste is dat je iets bedenkt voor Rapha jr.
Wichtig ist, eine starke Geschichte für Rapha junior zu entwickeln.Ik geef Rapha drie opdrachten.
Ich gebe Rapha drei Aufgaben.Als hij nu naar ons keek,zou hij kunnen denken dat ik de zoon van Rapha was.
Würde er hersehen,könnte er mich für jemand anders halten. Für Raphas Sohn.Als Rapha ze ziet, maakt hij ze af.
Wenn Rapha sie sieht, tötet er ihn.Ze geeft me cola,we praten over Rapha, basketbal en haar moeite met wiskunde.
Sie gibt mir eine Cola,wir reden über Rapha, Basketball, Mathe.Rapha heeft er vijf, maar dat zijn jongens.
Rapha hat schon 5, alles Jungs.Vroeger rende ik met Rapha in het park, maar dat gaat niet meer.
Früher bin ich mit Rapha im Park rumgerannt. Das geht nicht mehr.Rapha is blij dat hij een vriend heeft.
Rapha ist froh, einen Freund zu haben.Ik ben als Esther, maarhelaas ben jij niet Rapha en Claude zal nooit je zoon zijn.
Ich bin wie Esther.Leider bist du nicht wie Rapha, und Claude wird nie dein Sohn sein.Ik moet Rapha nog helpen met z'n wiskunde.
Ich muss Rapha noch kurz bei Mathe helfen.Begin je scène met de vader die alleen speelt eneindig met Claude die Rapha jr. zegt.
Beginne die Szene damit, wie der Vater alleine spielt, undende mit Claude, der zu Rapha sagt.Rapha leent me een shirt.
Rapha leiht mir zum Schlafen eines seiner Basketball-Shirts.Gepreegde wenskaart met een voucher op kwaliteitspapier, inwisselbaar op de Rapha website.
Geprägte Karte mit Geschenkgutschein aus hochwertigem Papier zum Einlösen auf der Website von Rapha.Wat zou Rapha denken als hij dit leest?
Wie würde Rapha sich fühlen, wenn er das lesen würde?Warum habe ich mir Rapha ausgesucht?Hoe zou Rapha reageren als je dit voorlas?
Wie würde Rapha das finden, wenn ich dich das vorlesen ließe?Rapha heeft volgende week een wiskundetoets.
Nächste Woche hat Rapha einen wichtigen Mathe-Test.Dankzij Rapha's toets werd ik uitgenodigd voor het eten.
Dank der Mathe-Eins für Rapha wurde ich zum Essen eingeladen.Rapha heeft jullie aangegeven voor de wiskundetoets.
Dein Freund Rapha hat euch verpetzt wegen der Mathe-Prüfung.Niet met Rapha's ouders, maar met de ouders van de schrijver, die Claude.
Nicht mit den Eltern von Rapha! Mit den Eltern deines Autors, Claude.
