Voorbeelden van het gebruik van Sofie in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Maar Sofie.
Sofie- vandaag.
Dat was Sofie.
Sofie is zwanger!
Leentje en Sofie.
Mensen vertalen ook
Sofie wordt vermist.
Daniel en Sofie.
Ik ben Sofie Talbert.
Luk, brand.-Sofie.
Sofie was het slachtoffer.
Mijn naam is Sofie.
Heb je Sofie gezien?
Goedemorgen, Sofie.
Sofie! Ik ga hem zoeken.
Jij moet Sofie zijn.
Sofie en Christoffer Björk.
Nee, nee. Dat was Sofie.
En dit is Sofie Rydman.
Sofie, Sofie, mijn Sofie.
Waar zijn Sofie en Megan?
Het buurmeisje noemt me Sofie.
Dat is Sofie, een jaguarondi.
Kom, we gaan. Sofie.
Dat is Sofie, een jaguarondi.
Dit is Aaron's zus, Sofie Talbert.
Ik heb Sofie gedumpt voor jou.
Hij was het vijfde kind van groothertog Leopold en diens vrouw Sofie.
Ze zijn weg. Sofie. Alsjeblieft!
Sofie, wil jij een lift naar huis?
Ik heb juist ontdekt dat Sofie Dorians 'bliksemafleider' was.- Tuurlijk.