Voorbeelden van het gebruik van Staat in de koelkast in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Die staat in de koelkast.
Het staat in de koelkast.
Hé, pap. Coke staat in de koelkast.
Het staat in de koelkast, naast de mayonaise.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
weg staanspel staatnaam staatdeur staathuis staatbeschikking staannummer staatcommissie staatagenda staatlijst staat
Meer
Oké.- Het eten staat in de koelkast.
Het eten staat in de koelkast, en je favoriete taart staat op 't aanrecht. Mama.
Sorry, Ryan. Bier staat in de koelkast.
Melk staat in de koelkast als je wilt.
Het toetje staat in de koelkast.
Haar sapje staat in de koelkast.
Het eten staat in de koelkast, en je favoriete taart staat op 't aanrecht.
Het staat in de koelkast.
Dat staat in de koelkast.
Het eten staat in de koelkast.
Bier staat in de koelkast.
Het eten staat in de koelkast.
Lunch staat in de koelkast.
Het eten staat in de koelkast.
Je bord staat in de koelkast.
Je eten staat in de koelkast.
Je pasta staat in de koelkast.
Je lunch staat in de koelkast.
Je eten staat in de koelkast.
Het eten staat in de koelkast.
Je pasta staat in de koelkast.