Voorbeelden van het gebruik van Was je gisteren in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Was je gisteren hier?
Dus daar was je gisteren?
Was je gisteren met haar uit?
Morgen, Abdullah. Waar was je gisteren, Duane?
Waar was je gisteren, Duane?
Ik vraag je nogmaals, waar was je gisteren avond?
Waar was je gisteren?
Was je gisteren ziek?
Waar was je gisteren?
Was je gisteren op Jannes feest?
Waar was je gisteren?
Was je gisteren bij het gevecht?
Waar was je gisteren nou?
Was je gisteren bij hem? -Goed.
Waar was je gisteren, Tim?
Waar was je gisteren toen het feest was afgelopen?
Waar was je gisteren?
Wat was je gisteren aan het doen?
An8}Waarom was je gisteren niet bij de training?
Waar was je gisteren tijdens m'n training.
Waar was je gisteren, Junior?
Waar was je gisteren om 12.30 u?
Waarom was je gisteren in New York?
Waarom was je gisteren in New York?
Waar was je gisteren om 23 uur 15?
Met wie was je gisteren in de jachthut?
Waarom was je gisteren niet bij de mis?
Waar was je gisteren om middernacht?
Waar was je gisteren tussen 10 en 12?
Met wie was je gisteren in het jachthuis?