Voorbeelden van het gebruik van Kanjer in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
He, kanjer.
Wie is die kanjer?
He, kanjer.
Het is een kanjer.
Een kanjer voor jou.
Mensen vertalen ook
Wat een kanjer.
Hé, kanjer. Het is tijd.
Ik ook, kanjer.
De kanjer met de kaart.
Wat een kanjer.
De kanjer van de wijk?
Kom op, kanjer.
O kanjer, wat ben je goed.
Kom op, kanjer.
Dag, kanjer. Hoe gaat het?
Kom op, kanjer.
Eén van hen is een echte kanjer.
Hé, kanjer. Jij.
Je bent een kanjer.
Wat een kanjer ben jij.
Het was een kanjer.
Hallo, kanjer. Hoe is het?
Da's een kanjer.
Hallo, kanjer. Even chatten?
Dat klopt, kanjer.
Hallo, kanjer. Even chatten?
U bent een kanjer.
Hé, kanjer. Hoe gaat het met je?
Dat was een kanjer.
Hé, kanjer, wat is er aan de hand?