Voorbeelden van het gebruik van Rand in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Danny Rand.
Aan de rand van haar hand.
Op de rand.
Op de rand, houd je vuur in!
On the rim, hold your fire!Alleen rand.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met bijvoeglijke naamwoorden
witte randscherpe randengouden randzwarte randbuitenste randopstaande randbrede randonderste randeen witte randzuidelijke rand
Meer
Aan de rand verzamelen.
Assemble on the rim.Miljoen Rand.
Million rand.Aan de rand tenminste.
Generaal Rand.
General Rand.Gehaakte rand floral bovenop.
Boven de rand.
Above the rim.De rand van wat we kunnen zien?
The edge of what we can see?Op de rand.
Of de rand van de realiteit zelf?
Or the edge of reality itself?Ik was de rand.
I was the ledge.Droge rode rand met peeling;
Noordelijke rand.
Dit is de rand van onze wereld.
This is the edge of our world.Hij viel van een rand.
Tot de rand toe.
Ik herinner me een rand.
I remember a ledge.We staan op de rand van oorlog.
Recht boven die rand.
Right above that ridge.Zijn we op de rand van oorlog?
Are we on the brink of war?Groen met witte rand.
Is dit de rand van mijn geheugen?
Is this the edge of my memory?Ik zag haar aan de rand.
I saw her at the edge.Dit is de rand van het reservaat.
This is the edge of the reserve.En komt over de rand.
And coming over the side.Rand, we hebben Farrell net gevonden.
Rand, we just found Farrell.
