Voorbeelden van het gebruik van Mokkel in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ze is geen mokkel.
Je mokkel geneukt?
Ik wil 'n mokkel.
Dat mokkel van gisteren?
Wie is dat mokkel?
Is dat mokkel voor elkaar?
Maar ze is mijn mokkel.
Wie is de mokkel du jour?
Dood, jij bent mijn mokkel.
Ik moet m'n mokkel onder ogen komen.
Gabrielle is geen mokkel.
Elk mokkel is iemands zus.
Ik heb het lijf van een mokkel.
Vergeet het mokkel, pak haar spullen.
Kom maar terug als je een mokkel bent!
Wat betekent mokkel en niet-mokkel?
De kolonel moet wel bang voor dat mokkel.
Ik heb een mokkel ontmoet, een medisch mokkel.
Weet je waar dat mokkel is?
Er is een mokkel dat je dolgraag wil ontmoeten.
Hé man, ik heb een lekker, heet mokkel voor je.
Tina is een mokkel die alleen iets om de fooi geeft.
Nummer drie, hij gaat uit met dat wanhopige mokkel.
Hij heeft vast een mokkel met twee borsten voor erbij.
Je bent nu miljonair,en je trouwt met dat hete mokkel.
Ik heb een mokkel voor je dat gewoon ongelofelijk is.
M'n baas laat me een foto zien van z'n mokkel in New York.
Aziatisch mokkel streelt haar oversized tieten in de stal.
Ik ken een 24 jaar oud mokkel dat je leuk vindt.
Wittlesey, Nathan, Howell, dat mokkel van Buitenlandse Zaken.