Wat Betekent HALF ELF in het Duits - Duits Vertaling S

halb elf
half elf
half 11
half tien
10.30 uur
22:30
halfelf
half twaalf
22:30 Uhr
10:30 Uhr
10.30 Uhr
22.30 Uhr
halb 11
half elf
half 11
halb zehn
half tien
halftien
half 10
half elf
half negen
11:30 Uhr

Voorbeelden van het gebruik van Half elf in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Wat half elf is.
Also halb elf.
Dat was om half elf.
Das ist um 10:30 Uhr.
Om half elf in de tuin.
Um 22:30 Uhr im Garten.
Het is half elf.
Es ist halb 11.
Half elf, moet haast wel.
Jetzt muss es halb 11 sein.
Het is half elf.
Es ist 10.30 Uhr.
T Is half elf, hij gaat naar huis.
Es ist 22:30 Uhr, er soll gehen.
Het is half elf.
Es ist jetzt 22:30 Uhr.
Om half elf doen we je cardiogram.
Um 10:30 Uhr machen wir das Echo.
Het is nu half elf.
Jetzt ist es 10:30 Uhr.
Om half elf komt er een gezin.
Um 10.30 Uhr kommt eine Familie vorbei.
Ze komt om half elf.
Sie kommt um halb elf.
Is al half elf, schone slaapster. Op kantoor.
Im Büro. Es ist halb zehn, Dornröschen.
Het is al half elf.
Es ist schon 10:30 Uhr.
Het is half elf en je hebt niet eens dienst.
Es ist 22:30 Uhr, und du hast nicht mal Dienst.
Het was half elf.
Da war es halb elf am Abend.
Half elf, Aartsbisschop van Canterbury en Mr Churchill.
Halb 11, der Erzbischof von Canterbury.
Het is half elf, Mike.
Es ist 10.30 Uhr, Mike.
Hij vertrekt om half elf.
Er fliegt um 22.30 Uhr.
Het is half elf 's morgens.
Es ist halb 11 vormittags.
Het is bijna half elf.
Es ist gleich halb elf.
De Honshu is om half elf door Cardassianen vernietigd.
Honshu wurde um 10:30 Uhr vernichtet.
Hij vertrekt om half elf.
Er fIiegt um 22.30 Uhr.
Ik moet om half elf terug zijn.
Ich muss um halb elf zurück sein.
Ik pak de trein van half elf.
Mein Zug geht um 22.30 Uhr.
Ik moet om half elf thuis zijn.
Ich muss um 22:30 Uhr zuhause sein.
Maar het is pas half elf.
Aber es ist doch erst halb zehn.
Ging om half elf naar bed.
Er ging um halb elf schlafen und hat durchgepennt.
Het is nog geen half elf.
Es ist noch nicht mal halb zehn.
Om half elf stipt bel jij naar huis en dan neem ik op.
Um genau 22.30 Uhr rufst du bei dir zu Hause an.
Uitslagen: 190, Tijd: 0.0542

Hoe "half elf" in een zin te gebruiken

Van half elf tot half een.
Donderdagavond half elf start hij eindelijk.
Het gebeurde rond half elf vanmorgen.
Tot het opeens half elf is.
Van half elf tot half vier.
Hij wordt rond half elf verwacht.
Even lekker tot half elf getoeterd.
Inloop vanaf half elf met koffie.
Van half elf tot vijf onderweg.
Half elf mijn bedje weer in.

Half elf in verschillende talen

Woord voor woord vertaling

S

Synoniemen van Half elf

10.30 uur 10:30 uur 22:30 uur 22.30 uur

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits