Wat Betekent NIET IN DE STAD in het Duits - Duits Vertaling

• nicht in der Stadt
• nicht hier
• keinen Stadturlaub

Voorbeelden van het gebruik van Niet in de stad in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Nee, niet in de stad.
Nein, in der City.

Hij was die avond niet in de stad.
Er war nicht in der Stadt.

Ook niet in de stad.
Auch nicht in der Stadt.

Hoelang was je al niet in de stad?
Wie lange hast du keinen Stadturlaub?

Ik kan niet in de stad blijven.
Ich kann nicht in der Stadt bleiben.

Monster Truck Jam is niet in de stad.
Der Monster Truck Jam ist gar nicht hier.

Maar niet in de stad.
Aber nicht in der Stadt.

Dit soort dingen gebeuren niet in de stad.
So etwas passiert nicht in der Stadt.

Ze was niet in de stad.
Sie war nicht in der Stadt.

Niet in de stad, dat is zeker.
Nicht in der Stadt, da bin ich sicher.

Hij was niet in de stad.
Er war nicht in der Stadt.

Onze computerprocessor is beslist niet in de stad.
Unser Computerprozessor ist nicht in der Stadt.

Ik was niet in de stad.
Ich war nicht in der Stadt.

Lief van je, maar ik denk dat ik dan niet in de stad ben.
Nett von dir, aber ich werde nicht hier sein.

Het was niet in de stad.
Es war nicht in der Stadt.

Zo'n uitzicht krijg je niet in de stad.
So einen Ausblick hat man in der Stadt nicht.

Hij hoort niet in de stad te zijn.
Er sollte nicht hier sein.

Hoelang was je al niet in de stad?
Wie lange hast du denn schon keinen Stadturlaub gehabt?

Ik wilde juist niet in de stad wonen. Binnenlandse Zaken, gefeliciteerd.
Gratuliere! Wollt gar nicht in die Stadt, aber… Innenministerium.

We zijn hier niet in de stad.
Wir sind hier nicht in der Stadt.

Je kunt niet in de stad blijven.
Du kannst nicht in der Stadt bleiben.

M'n vader was niet in de stad.
Mein Vater war nicht in der Stadt.

Dit zie je niet in de stad. Kijk, jongens.
So eine Landschaft gibt's in der Stadt nicht. Seht euch das an, Leute.

Er is een tent, niet in de stad.
Es gibt einen Laden, nicht in der Stadt.

Ze mogen niet in de stad komen.
Sie dürfen nicht in die Stadt kommen.

Ik was die dag niet in de stad.
Ich war an dem Tag nicht in der Stadt.

Ik kan je niet in de stad toelaten.
Sie dürfen leider nicht in die Stadt.

Ik kwam om te vertellen niet in de stad te komen.
Ich wollte dir nur sagen, du sollst nicht in die Stadt kommen.

Ik wilde juist niet in de stad wonen. Binnenlandse Zaken, gefeliciteerd.
Wollte gar nicht in die Stadt, aber… Gratuliere. Innenministerium.

Hij slaagde er echter niet in de stad te bezetten.
Es glückte ihm aber nicht, die Stadt selbst zu nehmen.

Hoe "niet in de stad" in een zin te gebruiken

Joden mochten niet in de stad begraven worden.

Wie klaagde hoorde niet in de stad thuis.

Was het omdat ik niet in de stad sliep?

Niet in de stad dus, maar er net buiten.

Wel in Amsterdam, maar niet in de stad zelf.

Deze koe wilde je niet in de stad hebben.

Wij blij dat we niet in de stad zitten!

Lang kan ze nog niet in de stad zijn.

We willen het liefst niet in de stad zitten.

Dat laatste kan momenteel niet in de stad Groningen.