Voorbeelden van het gebruik van Prijs in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik prijs jou.
Ja! Mijn prijs.
Ik prijs u.
Prijs de Schepper.
Dat hangt af van de prijs.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met bijvoeglijke naamwoorden
lage prijsredelijke prijsgoede prijsde beste prijsjuiste prijseen lage prijseerste prijshoge prijsgratis prijsbetaalbare prijs
Meer
Daar prijs ik je voor.
Αlles heeft een prijs.
Is dat de prijs per tafel?
Waarvoor ik ze prijs.
De prijs blijft hetzelfde.
Ik heb geen prijs, Pat.
Ik prijs hem, al hun legers.
Maar dat heeft wel een prijs.
Ik prijs de Heer nog levend.
Lieverd, je krijgt geen prijs.
En prijs de Heer die op zoek zijn.
Maar we delen het, de prijs.
Prijs God, maar hij heeft gelijk.
Voor de halve prijs neem ik alles!
William Allens krijgt een prijs.
Krijg jij een prijs voor veiligheid?
Ik prijs u voor uw plicht… ga nu met Gods zegen.
En geen wonder Met de prijs van vlees.
Eerste prijs voor de Hebreeuwse BBQ zomer.
Het is een beetje gênant,maar ik krijg een prijs.
Onze goedkope prijs is ook ons voordeel.
De prijs voor album van het jaar gaat naar The Notorious B.
Contrast van de prijs van verbruiksgoederen.
Ik prijs de minister van Buitenlandse Zaken en al zijn medewerkers.
Ze hebben weer de prijs verhoogd- Jij ook!