Voorbeelden van het gebruik van Zag je gisteren in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik zag je gisteren.
Leugenaar. Ik zag je gisteren.
Ik zag je gisteren op de.
Wat? Ik zag je gisteren bij haar.
Ik zag je gisteren op m'n camera's.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
gezicht zienzie de paragrafen
hoofd gezienkeer gezienzie kader
dingen zienhanden zienfilm gezienman geziennieuws gezien
Meer
Dus…… ik zag je gisteren met Kjartan.
Ik zag je gisteren nog spelen.
Ik zag je gisteren.
Ik zag je gisteren.
Ik zag je gisteren.
Ik zag je gisteren bij hem.
Lk zag je gisteren op tv.
Ik zag je gisteren dansen.
Ik zag je gisteren bij het bos.
Ik zag je gisteren in de stad.
Ik zag je gisteren in de supermarkt.
Wat zag je gisteren? Bedankt.
Ik zag je gisteren op de boerderij.
Ik zag je gisteren op het bal.
Ik zag je gisteren op straat.
Ik zag je gisteren met de bezorgjongen.
Ik zag je gisteren voor het laatst!
Ik zag je gisteren niet naar huis komen.
Ik zag je gisteren hier twee keer binnenkomen omdat.
Ik zag je gisteren met die cowboy praten.
Ik zag je gisteren op het nieuws, Kathryn.
Ik zag je gisteren, Jason Stackhouse.
Ik zag je gisteren bij de Sacré-Coeur, of niet?
Ik zag je gisteren vechten bij de gouverneur.
Ik zag je gisteren één van je verhaaltjes schrijven.