Voorbeelden van het gebruik van Capabel in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij is capabel.
Mr Napiers lijfknecht is erg capabel.
Hij is capabel.
Z'n crew respecteert hem. Hij is… capabel.
Ben ik capabel genoeg?
Combinations with other parts of speech
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
Je bent zeer capabel.
Ik vind u een capabel Starfleet-officier.
Ja, hij is erg capabel.
Ik vind u een capabel Starfleet-officier.
Hij lijkt niet capabel.
Meer dan capabel om een typemachine te saboteren.
Omdat hij capabel is?
Hij is capabel om plichten te volbrengen en deze toe te wijzen.
Hij is heel capabel.
Nee, je bent niet capabel tot het voortzetten van de praktijk.
Hij was meer dan capabel.
Onze mensen zijn capabel, enthousiast en flexibel.
Je bent mooi en capabel.
Miller is meer dan capabel om dit verzoek af te handelen.
Hij lijkt me meer dan capabel.
Dr. Miller is meer dan capabel om haar hier te behandelen.
M'n moeder is meer dan capabel.
is capabel en vuriger dan wie ook.
Wij maakten hem sterk en capabel.
Iedereen is capabel, schoon en komt goed uit z'n woorden.
We zijn niet capabel meer.
Hij heeft het recht medische behandeling te weigeren als hij capabel is.
Je bent een zeer capabel iemand.
Caleb Oladipo“Geen enkele andere reisorganisatie is zo toegewijd en capabel.”.
Nog steeds capabel om een paar keer te hoereren voordat het bij haar zichtbaar is.