Voorbeelden van het gebruik van Die boot in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Die boot daar?
We hebben die boot nodig.
Mijn ouders zitten op die boot.
Hou die boot tegen.
Het was voor die boot.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met bijvoeglijke naamwoorden
andere botenkleine bootdezelfde bootnieuwe bootgrote bootmooie booteen kleine boottweedehands boteneerste booteen grote boot
Meer
Gebruik met werkwoorden
volgende bootboot vertrekt
boot ligt
gebruikte botenboot nemen
boot kopen
neem de bootboot komt
boot zinkt
vaart de boot
Meer
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
ligplaats voor bootboten en jachten
boot met toeslag
boot te koop
naam van de bootstap in de bootbus en booteigenaar van de bootverhuur van botenachterkant van de boot
Meer
Hou die boot tegen.
Jij zet me op die boot.
Is die boot vol?
Ik was ook op die boot.
Die boot was alles voor hem.
Nu kan ik die boot kopen.
Maar jij was niet op die boot.
Jij neemt die boot met Markus.
M'n team zit op die boot.
En die boot was absoluut microfoonvrij.
Onderschep die boot.
Op die boot zit Sandokan, de Tijger.
M'n broer is op die boot.
Je gaat die boot niet op, Furlong.
Mijn zoon was niet op die boot.
Ik wed dat je die boot kunt verkopen.
Die boot was 't koopje van de eeuw.
Ik kan je niet op die boot laten.
En die boot, die hoef je dus ook niet.
Ja, ze kan op die boot zitten.
Ik wist dat het Ben Crowley was in die boot.
De mannen op die boot zoeken Jack.
Als hij sterft, sterft iedereen op die boot.
Je wist dat op die boot gaan verboden was.
Hij heeft me voor meer dan een jaar beschermd op die boot.