Examples of using Mensen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Twee mensen.
Mensen zijn God niet.
En oude mensen.
Goede mensen van Hedeby.
Rationele mensen.
Combinations with other parts of speech
Usage with adjectives
andere mensenjonge mensengoed menseen goed mensonschuldige mensennieuwe mensengewone mensenaardige mensenverschillende mensenoude mensen
More
Mijn mensen in mijn cel.
Wij zijn moderne mensen.
We hebben mensen in het water.
Maar het is voor mensen.
Tenzij die mensen vader zijn.
De duali-decaan van mensen.
Maar de mensen voor wie ik werk.
Ze doden hun eigen mensen.
Mensen doen de slechte dingen.
Zeggen de mensen dat?
Mensen en verdachten in de.
Dat bewonder ik in mensen.
Hij en de mensen met wie hij is.
Ja. Alle coyotes zijn mensen.
Twee van mijn mensen in twee dagen.
Mensen, dit is Duncan Springer.
Toegewijde mensen, allebei.
Mensen, dit is 'n nationaal park.
Hij irriteert mensen in Arizona.
Mensen en honden zijn onverzadigbaar.
Het waren mijn mensen die hij doodde!
We zijn menselijker dan mensen.
We zijn mensen, niet zijn speelgoed.
Virginia heeft onze mensen, Alicia.
En de mensen met wie hij werkt.