Voorbeelden van het gebruik van Certificaat in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Medicine
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Wat voor certificaat?
Het certificaat wordt afgegeven.
Ik heb een certificaat.
Het certificaat bevat.
Lk heb een certificaat.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
Gebruik met werkwoorden
Dit certificaat is geldig tot.
Ik heb een certificaat.
Mijn certificaat van Kanar-Onn!
Ik wil het certificaat.
Certificaat is van het PKCS12-formaat?
Je ID en certificaat.
Certificaat CE, EEG Garantie 12 maanden.
Artikel 5- Certificaat.
Vii Certificaat voor rechtenvrije vervanging.
Waar is mijn certificaat?
Dit certificaat zegt dat ik het fortuin nu heb.
Ik heb een certificaat.
Het certificaat wordt onmiddellijk daarna afgegeven.
Ik heb dat certificaat nodig.
Authenticatieselectie: gebruik certificaat.
Wat is een certificaat zonder prijs?
Voorwaarden voor het verlenen van een certificaat.
Dat is een certificaat voor uitsteke.
Noodzaak van een certificaat.
Ik heb geen certificaat, er was geen opleiding.
Zaświadczenie Certificaat.
Verwijder certificaat uit de certificatenwinkel.
Hetzij een op grond van artikel 22 van de herziene Rijnvaartakte afgegeven certificaat;
Vak 21 van het certificaat is niet van toepassing.
Certificaat, SGS, Sedex, BV en abliaba leverancier.